VISIEDOCUMENT PARTICIPATIERAAD SOCIAAL DOMEIN
Onze doelstellingen en werkwijze voor nu en in de toekomst
INLEIDING
De Participatieraad (hierna: Raad) is een onafhankelijk
adviesorgaan en ontleent zijn bestaansrecht aan art. 3, lid 5
van de Verordening Participatieraad Sociaal Domein. De Raad
werd door de toenmalige DDFK- colleges(thans Dantumadiel
en Noardeast- Fryslân) per 1 oktober 2016 ingesteld; Hij trad
in werking per 01-07-2017, op basis van art. 150
Gemeentewet, artikel 2.1.3 Wmo (wet maatschappelijke
ondersteuning) 2015, artikel 2.10 Jeugdwet, artikel 47
Participatiewet, artikel 42 IOAZ (wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen
zelfstandigen) en artikel 42 IOAW (inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk arbeidsgeschikte werkloze
werknemers). Met de in werkingstelling van de
Participatieraad per 1 juli 2017, vervielen per die datum alle
eerdere bepalingen en uitgangspunten en was ontbinding
een feit van de Wwb-, Wsw-, en Wmo raden, alsmede de
samenwerking met de stichting Wmo Kollumerland.
TAAK
De Raad geeft gevraagd en ongevraagd advies (1).
Conform bovengenoemde verordening heeft de Raad tot taak om
gevraagd of uit eigen beweging het college te adviseren
aangaande beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering, die
betrekking hebben op het terrein van de WMO 2015, Jeugdwet,
Participatiewet en aanverwante wetten die participatie in de
samenleving beogen en van invloed zijn op de positie van de
inwoners van de gemeente. De Raad zorgt zodoende voor de
wettelijk voorgeschreven cliëntenparticipatie. Kortom, de Raad
ziet het als zijn taak het bewaken en verbeteren van de kwaliteit
van de dienstverlening op het gebied van Werk, Participatie en
Inkomen (WPI). Verbeteren van de positie van alle doelgroepen op
het gebied van WPI. De taak van de Raad valt dus uiteen in
tweeën: gevraagde en ongevraagde adviezen. Bij de gevraagde
adviezen is de Raad dus afhankelijk van het aanleveren van
ambtelijk adviesaanvragen t.b.v. college. Bij de ongevraagde
adviezen kan de Raad een vrijere rol kiezen.
(1) Artikel 2 Verordening Participatieraad Sociaal Domein
Dantumadiel: ”De Participatieraad heeft tot taak om gevraagd of
uit eigen beweging het college te adviseren aangaande
beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering, die betrekking
hebben op het terrein van de Wmo 2015, Jeugdwet,
Participatiewet en aanverwante wetten die participatie in de
samenleving beogen en van invloed zijn op de positie van de
inwoners van de gemeente.”.
Vooropgesteld wordt, dat de Raad bij de uitvoering van de hem
opgelegde taak voor het overgrote deel afhankelijk is van de
ambtelijke toelevering van adviesaanvragen t.b.v. de colleges.
De Raad betrekt zoveel als mogelijk is, ervaringsdeskundigen bij
zijn taak . Daartoe worden -passend bij het onderwerp - adhoc
groepjes ervaringsdeskundigen gevormd om met hem mee te
denken, teneinde te komen tot een zo breed mogelijk gedragen
advies. De Raad staat voor een inclusieve samenleving: iedereen
moet mee kunnen doen aan de participatiemaatschappij
Vgl.art.2.3 Coalitieagenda voor gemeente Noardeast-Fryslân
2019-2022: “Iedere inwoner kan rekenen op zorg die hij
nodig heeft, nu en in de toekomst- Bereikbare zorg voor
iedereen. Eén aanspreekpunt voor degene die hulp nodig heeft.”
en artikel 2.4: “Overschotten innovatief inzetten/ slimmer
inzetten van geld. Op het moment dat er overschotten zijn
binnen het sociaal domein willen we deze reserveren voor het
sociaal domein. Dit om enerzijds een efficiencyslag te kunnen
maken (niet terug naar de algemene middelen) en anderzijds om
een actueel en toekomstbestendig zorgaanbod te kunnen blijven
bieden. Voor innovatie en efficiencyverbetering is
ontwikkelingsgeld nodig. Ook zonder overschotten is het
belangrijk om in te zetten op innovatie en efficiency. Om te
kunnen duiden of er ruimte is in de begroting van het Sociaal
Domein, is er behoefte aan inzicht in de besteding van de
middelen/ de financiële ruimte: waar geven we het aan uit, hoe
efficiënt worden de middelen besteed en kan het beter. Voor een
passende inzet van de juiste zorg is het van belang de resultaten
en effecten van de besteding van middelen regelmatig te
monitoren en evalueren op doelgerichtheid, effectiviteit,
innovatie.”. Bij de totstandkoming van zijn advies hanteert de
Raad o.m. de volgende beoordelingscriteria :
1. Versterkt het beleid de “regie over het eigen leven”?;
2. Draagt het beleid er aan bij dat ‘iedereen’ kan meedoen,
ongeacht inkomen, ziekte, handicaps of andere belemmeringen?
De Raad wordt betrokken bij de ambtelijke totstandkoming van
het nieuwe of gewijzigde beleid. Hij wordt evenwel niet
gecommitteerd aan de inhoud. Op voorstel van de ambtelijke
organisatie is in goed overleg gekomen tot onderstaand
stroomschema[pagina 4] , langs welke route de adviesaanvragen
lopen . Op deze wijze houdt de Raad zijn handen vrij tot het
moment, dat de formele ambtelijke adviesaanvraag de Raad
bereikt. De Raad verkeert in de veronderstelling, dat de colleges
c.q. de portefeuillehouders een politiek-bestuurlijke agenda[visie]
hebben op het gebied van het sociaal domein. De Raad wil graag
kennis van nemen en zijn agenda en daarmee willen
synchroniseren, om te kunnen anticiperen en zodoende efficiënt
en kwalitatief te adviseren.
MISSIE
De Raad draagt zorg voor een menselijke uitvoering van de
Participatiewet en laat de stem van cliënten doorklinken in het
gemeentelijk beleid. De Raad volgt het primaat van de politiek,
treedt waar nodig op als co-creator van wet- en regelgeving op
gemeentelijk niveau, maar doet dit op basis van zijn
onafhankelijke positie als adviseur van college.
Participatieraad
Noard-East Fryslân & Dantumadiel
© Copyright Participatieraad-Noardeast.nl